Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

“Waar zijn al onze Joodse leerlingen naartoe?”

In de inkomhal van het Koninklijk Atheneum van Antwerpen prijkt een memoriaal. Het is een eerbetoon aan (oud-)leerkrachten en (oud-)leerlingen die zijn “gevallen voor het vaderland” tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel er tientallen Joodse leerlingen werden vermoord door de nazi’s, kregen slechts enkelen een plek op het memoriaal. Leerkracht geschiedenis Stefanie Van Brussel ging op onderzoek om al deze slachtoffers een naam te geven.

Sinds 2021 doe je onderzoek naar het lot van de Joodse leerlingen van het Atheneum tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat was de aanleiding om daarmee te beginnen?
“Op een dag kwam cineast Thom Vander Beken aankloppen aan onze school. Nadat hij het boek 1942. Het jaar van de stilte van Herman Van Goethem las, wilde hij iets doen rond de laatste Joodse zomer in Antwerpen. Omdat hij intergenerationeel wilde werken, wilde hij graag onze leerlingen betrekken. Vijf van hen werkten mee aan de film De laatste Joodse zomer. Het waren leerlingen die in de geschiedenislessen veel interesse in het onderwerp toonden. En meespelen in een film was voor hen ook een avontuur.” 

“In de film komen een dochter van een Joodse man en een kleinzoon van een Jodenjager aan het woord. Die zaten allebei op onze school. Op de speelplaats van toen liepen leerlingen van alle gezindtes rond. Plots keek ik met andere ogen naar het memoriaal waar ik al duizend keer was voorbij gelopen. Ik las er maar dertien Joods klinkende namen op, terwijl Thom weet had van vijftien andere vermoorde Joodse leerlingen. Dat vond ik vreemd. Wie waren die andere leerlingen dan? Waar zijn ze naartoe? En hoeveel Joodse leerlingen waren er eigenlijk op onze school? Dat werd de start van mijn onderzoek. Het gaat niet alleen om het historisch onderzoek zelf. Er is een blinde vlek, heel wat namen zijn onbekend gebleven en kregen van de school nooit een herdenking.”

Zwart-witfoto van gebouw

"Het Atheneum bleek in heel Antwerpen de school met de meeste Joodse leerlingen te zijn. Daarin zit ten dele mijn verontwaardiging. Wij hadden zoveel Joodse leerlingen, sinds 1900 een gemiddelde van 10% per jaar. Konden wij daar niet beter voor zorgen?" (© Stadsarchief Antwerpen)

Hoe verloopt je onderzoek tot nu toe?
“Dat is een vrij traag proces, ik doe alles in mijn vrije tijd. Onze archieven worden zorgvuldig bewaard in het Rijksarchief. Daar stootte ik op de aanwezigheidsregisters die ik oorlogsjaar per oorlogsjaar begon uit te pluizen. De namen die ik vond, zocht ik op in het portaal van Kazerne Dossin. Daarin vond ik de ene na de andere oud-leerling terug, vaak met foto. Die gezichten van jonge gasten van 14, 15, soms maar 12 jaar keken mij recht aan. Ik onderzocht ook de namenlijsten van het kamp in Drancy, waar onze jongens aan de Atlantikwall moesten werken.” 

“Intussen identificeerde ik 174 namen, waarvan er 81 bevestigd vermoord zijn. Een viertal wist de kampen te overleven, 46 leerlingen konden vluchten of overleefden in onderduik en van 43 leerlingen is tot nog toe elk spoor bijster. Samen met genealoog Jackie Schwartz dubbelcheck ik alle gegevens. Zonet begon ik aan het eerste oorlogsjaar.” 

Portretten van 5 jongeren, zwart-wit

“Ik vond de ene na de andere oud-leerling terug, vaak met foto. Die gezichten van jonge gasten van 14, 15, soms maar 12 jaar keken mij recht aan.”

Dit zijn slechts 5 van de minstens 81 vermoorde (oud-)leerlingen. (© Algemeen Rijksarchief en Dienst Archief Oorlogsslachtoffers Brussel)*

Je deed een oproep naar getuigenissen en bronnen, onder meer via Antwerpen Herdenkt. Kreeg je daarop veel respons?
“Ik had geen hoop om nog mensen te kunnen spreken die tijdens de oorlog op onze school zaten. Maar ik heb ze wel gevonden. Hen wilde ik eerst spreken, gezien hun hoge leeftijd. Een hele zomer ging ik met taartjes langs bij mensen om hen te interviewen. Zij konden me vertellen hoe het hier was in de oorlogsjaren vanuit een leerlingenperspectief. Want dat staat natuurlijk niet in de archieven. Dat is persoonlijke geschiedenis. Zo kwam ik veel interessante dingen te weten die ik anders nooit had geweten.”

“Naast de leerlingen waren er natuurlijk ook de leerkrachten. Op het memoriaal staan negen leerkrachten die werden gearresteerd als verzetsmensen. Dat gebeurde voor de neus van de leerlingen, vertelden getuigen me. Ze zijn allemaal om het leven gekomen door de vreselijke omstandigheden in de kampen van Buchenwald en Dora. Maar er waren ook leerkrachten met een andere overtuiging, ook leerlingen trouwens. De oud-leerlingen vertelden me dat hun leerkrachten verschillende posities op spectrum innamen, van verzet tot collaboratie en alles daartussen. Ik ben nu nog steeds het personeel aan het doorlichten.” 

“Na wat ik tot nog toe ontdekte over Adhémar de Smet, de directeur tijdens de eerste oorlogsjaren, heb ik ontzettend veel respect voor die man. Die probeerde om de school recht te houden ondanks alle ordonnanties van de bezetter. Hij probeerde ook waar dat kon tegengas te geven tegen de anti-Joodse en andere maatregelen, maar werd daarin genegeerd of gecorrigeerd. Op een gegeven moment moest hij zelfs onderduiken.”

“De getuigen die ik sprak, vertelden dat het voor de oorlog eigenlijk een non-issue was om hier als Joodse leerling rond te lopen. De schoolvisie was van bij de opstart sterk gestoeld op het neutraliteitsprincipe. Politieke of religieuze kentekens waren niet toegelaten. De Joodse keppel ging uit in de klas. Sterker nog: leerlingen die een Belgische tricolore, een kruis of het symbool van het VNV opgespeld hadden, konden strafstudie verwachten. De directeur verzette zich dan ook stevig tegen de Jodenster, helaas tevergeefs.” 

Groepsportret rond gedekte tafel

“Voor de oorlog was het een non-issue was om in het Atheneum als Joodse leerling rond te lopen. De schoolvisie was van bij de opstart sterk gestoeld op het neutraliteitsprincipe.” Hier: Banket voor het afstuderen in 1938, met Joodse en niet-Joodse leerlingen. (© Privéarchief André Gantman)**

Je bent al lang met het onderzoek bezig en er ligt nog veel werk op de plank. Wat is je drijfveer om dit allemaal te doen?
“Het is een wat uit de hand gelopen queeste. Ik rolde erin uit persoonlijke verbijstering. Hoe was dit mogelijk? Het Atheneum bleek in heel Antwerpen de school met de meeste Joodse leerlingen te zijn. Daarin zit ten dele mijn verontwaardiging. Wij hadden zoveel Joodse leerlingen, sinds 1900 een gemiddelde van 10% per jaar. Konden wij daar niet beter voor zorgen? En hoe komt het dat wij er achteraf niets mee hebben gedaan? Met veel bravoure werd het memoriaal in 1947 officieel ingehuldigd door de minister van Onderwijs. Maar er zijn zoveel meer leerlingen vermoord dan er op dat memoriaal staan. Hoe kan het dat wij dat als samenleving achteraf niet wilden zien? Is dat uit schuldgevoel? Uit onmacht? Of uit onwetendheid? Het memoriaal is opgericht twee jaar na de oorlog. Toen wist men toch al wat er in de kampen was gebeurd?”

Breng jij je onderzoek soms aan bod in je lessen?
“Ja. Ik begin mijn lessen over de Tweede Wereldoorlog altijd aan het memoriaal. Dat opent het gesprek. Want het gaat niet alleen om de oorlog als wereldwijd fenomeen. Het gaat ook om dingen die hier op school gebeurden, dat maakt het heel tastbaar. Ik vraag leerlingen dan wat ze zouden doen als bepaalde medeleerlingen verplicht werden om de school te verlaten. En wat ze dan van hun leerkrachten zouden verwachten. Ik vind het belangrijk om zo’n persoonlijke reflectie te koppelen aan de lessen geschiedenis, en niet louter te focussen op de theorie.”

Portretfoto van man

“Na wat ik tot nog toe ontdekte over directeur Adhémar de Smet, heb ik ontzettend veel respect voor die man." (© Vrikona, Het Koninklijk Atheneum te Antwerpen 175 jaar; de geschiedenis van een school en haar rol in de Vlaamse Beweging, Antwerpen, 1982)

Het Atheneum van Antwerpen telt meer dan honderd nationaliteiten. Leerlingen brengen ongetwijfeld bagage mee van over de ganse wereld. Speelt dat mee als je het met hen hebt over de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging?
“Als we het daarover hebben, zijn er altijd leerlingen die ook willen praten over andere deportaties, oorlogssituaties of genocides uit de geschiedenis. Dat vind ik goed. Laten we de gelijkenissen en verschillen benoemen. Het is belangrijk dat ze het breed bekijken. Oekraïense leerlingen willen praten over de oorlog in hun land. Armeense leerlingen denken terug aan de genocide op hun voorouders. Die verhalen komen naar boven in de klas.” 

“Als vakwerkgroep geschiedenis van het Atheneum nemen we bewust wereldwijde verhalen mee in onze lessen. De beide wereldoorlogen speelden zich ook af in de voormalige gekoloniseerde wereld, waar veel van onze huidige leerlingen hun wortels hebben. Wij proberen historische gebeurtenissen te bekijken vanuit een helikopterperspectief. En te benoemen wat iets voor de ene groep betekende, maar ook hoe dat door de andere groep ervaren werd.” 

Heb je een bepaald doel voor ogen met je onderzoek? Wil je bijvoorbeeld een nieuw memoriaal oprichten?
“Er moet sowieso een aanvulling komen van de namen op het memoriaal. De vraag is alleen hoe dat best gebeurt. Ik identificeerde tot nu toe al 81 namen. Gaan we voor elke naam een struikelsteen plaatsen? Bovendien is dit gebouw ook een historisch monument waaraan je niet zomaar iets mag veranderen. En de budgetten zijn sowieso beperkt. Maar we hebben al wel wat ideeën. Ik ben ook van plan om mijn hele onderzoek te bundelen in een boek. Dit gaat niet alleen over de geschiedenis van het Atheneum, maar ook over die van Antwerpen.”


Heb je nog bronnen over leerlingen en leerkrachten van het Atheneum van Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog? Neem dan zeker contact op met Stefanie Van Brussel via getuigenissen@atheneumantwerpen.be.

 

Dit artikel maakt deel uit van een reeks over Antwerpse burgerinitiatieven over de Tweede Wereldoorlog. Lees ook de andere interviews over:

 

*: Deze leerlingen zijn te zien op de foto’s:
Simon Dzalozinski
Georges Kossovoi
Joel Eliasz Stein
Isidore Weinberger
Mordka Zajdman
© Algemeen Rijksarchief (ARA). Vreemdelingendossiers nrs. A399.811, A368.753, A264.446 en A197.696, en Dienst Archief Oorlogsslachtoffers Brussel, Relieken Mechelen op naam van KOSSOVOI Georges, geb. 05/08/1929.

**: Banket voor het afstuderen van de ‘retorica’ 1937-’38, in juli 1938
Linkerzijde: Marcel Freiersmith, Guy De Walsche, Pierre Lauwers, Maurice Goffin, Adolphe Walsch, Simon Fernau, Adhémar Bonami, Max Zimetbaum, Jean Minet, Emile Dohet, Albert Frei, Roland Durviaux, Jacques Bouffioulx 
Rechterzijde: Jacques Roiseu, Marcel Horowitz, Ferdinand Drobner, Ernest Krings, Vaughjel Kotta, Arnold Lerner, Lucien Steinberg, Sami Teitelbaum, Joseph Gantman, Rainir Leysen, ? Vaes, Jacques Cornet
© Privéarchief André Gantman

Cookies opgeslagen