Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

“Indrukwekkend wat tieners kunnen toevoegen aan een film over de Holocaust”

De zomer van 1942 was een kantelpunt voor de Joodse inwoners van Antwerpen. Samen met de Antwerpse autoriteiten pakte de Duitse bezetter meer dan 10.000 Joden op en deporteerde hen. Slechts 500 van hen kwamen na de oorlog weer naar huis. Cineast Thom Vander Beken maakte over deze dramatische episode de film ‘De Laatste Joodse Zomer’. Daarin combineert hij de blik van nazaten van slachtoffers en daders met die van leerlingen van het Atheneum van Antwerpen. De film is op 27 januari te zien op VRT Canvas.

Wat was de aanleiding om deze film te maken?
Thom Vander Beken: 
“Na het lezen van ‘1942. Het jaar van de stilte’ van Herman Van Goethem was ik nogal geschokt omdat we eigenlijk niet zoveel weten over die periode. Ik besloot een film te maken over die laatste Joodse zomer. Herman gaf me enkele namen van personages uit zijn boek en zo ging de bal aan het rollen. Aanvankelijk zei men mij dat het moeilijk zou zijn om Joodse protagonisten te laten getuigen. Maar veel mensen waren net blij dat ze eindelijk hun verhaal konden doen. In de meeste gevallen sprak ik met kinderen en kleinkinderen van slachtoffers.” 

“Collaborateurs vinden was een lange lijdensweg. Veel nazaten wilden er niet over spreken of beweerden dat het niet om hun familielid ging. Uiteindelijk kwam ik dan toch uit bij enkele heel interessante mensen. Zo kwam ik via archiefonderzoek Joris Wiethase op het spoor. Al googelend kwam ik bij zijn zoon Hendrik Wiethase terecht. Die woonde in Duitsland en was bereid om me te spreken. Tragisch genoeg wist hij toen zelf nog niet zo lang dat zijn vader Jodenjager was geweest.”

Twee personen op houten banken, de ruggen tegen elkaar

“Veel mensen waren blij dat ze eindelijk hun verhaal konden doen. In de meeste gevallen sprak ik met kinderen en kleinkinderen van slachtoffers.” 

Waarom betrok je leerlingen van het Atheneum van Antwerpen actief bij het maken van deze film?
“Zo wilde ik de link leggen naar vandaag. Aanvankelijk kende ik het oorlogsverleden van het Atheneum niet, maar als grote en diverse school leek de school me erg geschikt. Door onderzoek te doen in het archief van de school ontdekte ik dat er heel veel Joodse leerlingen op het Atheneum zaten aan het begin van de oorlog en ook voordien. Dat verleden gaf een andere dimensie aan het betrekken van leerlingen van de school van vandaag. Ik kon hen vertellen dat op hun school ooit Joodse leerlingen rondliepen die tijdens de oorlog verdwenen zijn. Dat was voor de leerlingen van nu best heftig, zo kwam het heel dichtbij. Het ging om hun leeftijdsgenoten, waarvan zij zich konden voorstellen dat die dezelfde dingen deden, dezelfde verwachtingen van het leven hadden, dezelfde vooruitzichten, dromen en verlangens koesterden. En op een dag verdwenen die opeens, gewoon omdat ze Joods waren.”

Mensen staan rond tafel. Filmbord vooraan.

“Joodse leerlingen van het Atheneum verdwenen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze deden dezelfde dingen, hadden dezelfde verwachtingen van het leven, koesterden dezelfde vooruitzichten, dromen en verlangens als hun leeftijdsgenoten vandaag.”

Hoe heb jij de ontmoetingen ervaren tussen kinderen van collaborateurs en slachtoffers, en Antwerpse jongeren?
“Een echte ontmoeting met iedereen samen hebben we nooit georganiseerd. Alleen de leerlingen hebben alle protagonisten ontmoet en konden hen vragen stellen. De ontmoeting tussen de niet-Joodse en de Joodse protagonisten is er niet gekomen omdat dat dat voor sommigen toch te gevoelig lag.”

“Het scenario had ik vooraf helemaal uitgeschreven. Dat deed ik op basis van ontelbare individuele gesprekken met de protagonisten. De sterkte van de film is volgens mij dat er sterk uiteenlopende opvattingen aan bod komen. De kijker krijgt de vrijheid om een eigen mening te vormen, al laat ik op het einde van de film weinig twijfel over wat er verkeerd was. Maar ik probeer elke protagonist wel voldoende ruimte te geven om zijn of haar versie te vertellen. Dat vind ik belangrijk, want de kinderen en kleinkinderen van collaborateurs zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor wat hun vader of hun grootvader heeft gedaan.”

“Een leerling merkte op dat iemand piano speelde voor de Duitsers. Maar ze vertelde er ook bij dat het moeilijk moet zijn als familie om dat te veroordelen. Ik vind het interessant dat een tiener zich morele vragen stelt bij iets eenvoudigs als piano spelen. Dat zij beseft dat we er misschien toch niet zo goed in slagen om mensen dicht bij ons duidelijk te veroordelen. En dat speelt zeker in het geval van de kleinzoon van agent Jos Veerman. Die zegt in de film: ‘Een bevel is een bevel. Mijn grootvader moest dat opvolgen.’ Maar als je dan bedenkt dat die agenten huizen binnentrokken, moeders en kinderen van onder de tafel sleurden en op camions duwden, dan krijgt zo’n uitspraak toch een heel andere lading.”

Filmset in decor

“De sterkte van de film is volgens mij dat er sterk uiteenlopende opvattingen aan bod komen. De kijker krijgt de vrijheid om een eigen mening te vormen, al laat ik op het einde van de film weinig twijfel over wat er verkeerd was.” © Enzo Smits

Een van de leerlingen zegt in de trailer: “Vandaag is er zoveel onrecht. Je kunt zeggen: ‘Ik zou in die tijd in het verzet gaan.’ Maar nu? Waarom doe je nu niets?” Stelden de jongeren wel meer pertinente vragen? En legden ze vaker de link met vandaag?
“Ja, maar dat was ook mijn uitgangspunt. Waarom moeten we de Holocaust nog blijven herinneren? De belangrijkste reden is dat onze samenleving vandaag nog altijd niet helemaal rechtvaardig is. Minderheden, mensen die in een zwakke positie zitten, die komen nog altijd veel onrecht tegen. En daar worden die leerlingen natuurlijk ook mee geconfronteerd, omwille van hun migratieachtergrond, het feit dat ze moslim zijn, of vrouw zijn. Vanuit die positie voegen zij onmiddellijk dat perspectief toe. Ik moet zeggen dat ik bijzonder onder de indruk was van wat de leerlingen aan de film konden toevoegen.” 

Jonge vrouw gezeten met reiskoffer

“Ik moet zeggen dat ik bijzonder onder de indruk was van wat de leerlingen aan de film konden toevoegen.”

Wat is de rol van het decor in de film? 
“Elke protagonist vertelt een stukje van zijn verhaal, en ik maak daarmee een constructie. Ik wilde duidelijk maken dit niet de ultieme constructie is, maar mijn versie. Het decor was een plek waar alle protagonisten konden samenkomen, een ruimte die ze deelden, waar ze episodes uit hun familiegeschiedenis konden naspelen. Ik hoopte dat dat naspelen iets zou losmaken in hun hoofd en in hun hart. Dat ze zo nadien makkelijker hun gedachten in de interviews zouden kunnen uitspreken, maar ook dat zo de emoties naar boven zouden komen, wat voor cinema natuurlijk onontbeerlijk is.”

“Het decor hielp om de kloof van 80 jaar tussen toen en nu toch een beetje kleiner te maken. En vooral ook om de leerlingen een ruimte te geven waarin ze de protagonisten konden helpen bij het vertellen van hun verhaal. Zo werden ze zelf onderdeel van dat verhaal en konden ze dat ook fysiek ervaren. Zo liepen ze mee met zaklampen met de agent door het decor, op zoek naar Joden. Een leerling vertelde dat ze er eerst niet echt bij stilstond, het was maar acteren. Maar na verloop van tijd drong het tot haar door dat dit was wat er toen gebeurde. Ze kon zich zo heel sterk identificeren met de slachtoffers en hun angst."

Silhouet met zaklamp wandelt door deur

“De leerlingen liepen mee met zaklampen met de agent door het decor, op zoek naar Joden. Zo konden ze zich heel sterk identificeren met de slachtoffers en hun angst.”

“We denken vaak dat we geschiedenis meekrijgen van historici en van boeken, maar eigenlijk is geschiedenis in eerste instantie een verhaal dat we meekrijgen van onze ouders en grootouders. Op die verhalen kan ruis zitten, er zitten veel subjectieve elementen in. Maar ze zijn wel ongelooflijk bepalend voor de manier waarop we naar bepaalde episodes kijken. Deze film gaat voor mij over de manier waarop we verhalen aan elkaar doorgeven. En in dit geval merk je natuurlijk dat er heel vaak niks doorgegeven is. De stilte heeft te maken met dat ongelooflijke trauma, maar vaak ook met het feit dat niemand wist wat er te vertellen viel.” 

“Ik ben ervan overtuigd dat het absoluut mogelijk moet zijn om zowel over de Holocaust als over Gaza vandaag te spreken. Onze ouders en grootouders bleven stil op het moment dat duizenden Joden uit hun huizen werden gesleurd. Voor mij gaat dit verhaal heel sterk over waar wij zelf faalden. Het is makkelijk om te kijken wat andere landen en andere mensen verkeerd doen. We moeten daar absoluut ook aandacht voor hebben. Maar dan moeten we ook onze eigen fouten benoemen en corrigeren. Jammer genoeg moet ik me soms bijna verdedigen omdat ik vandaag een film over de Holocaust maak. Maar de kennis daarover gaat er gigantisch op achteruit. We moeten niet bang zijn om die kennis mee te geven aan jongeren, ook niet als ze zo’n diverse achtergronden hebben.”

Man zit gehurkt naast bed waarop andere man zit

Regisseur Thom Vander Beken (links): “Ik ben ervan overtuigd dat het absoluut mogelijk moet zijn om zowel over de Holocaust als over Gaza vandaag te spreken.” © Enzo Smits

‘De Laatste Joodse Zomer’ is op 27 januari te zien op VRT Canvas. Aanleiding is de International Holocaust Remembrance Day. Nadien kan je de film ook bekijken op VRT MAX.

Wil je meer weten over dit onderwerp?

Cookies opgeslagen