Wie op zaterdagavond naar het voetbal gaat in het Beerschotstadion, schenkt er wellicht weinig aandacht aan. Maar vlakbij de hoofdingang staat een monument met de namen van 41 leden van de verschillende sporttakken van den Beerschot. Het zijn mensen die omgekomen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om mannen en vrouwen, militairen en burgers, verzetslui en politieke gevangenen, maar ook om slachtoffers van bombardementen. Waar komt dat monument vandaan? En wie zijn deze mensen?
Op 16 december 1944 valt een V-bom op de Rex-bioscoop aan de De Keyserlei, met desastreuze gevolgen. 567 personen laten er het leven. Bij hen zijn zeker 5 leden van Beerschot Athletic Club. In dezelfde maand laten nog eens minstens 3 andere Beerschotleden het leven bij de inslag van een V-bom. Hun namen worden samen met die van 34 andere Beerschotters aangebracht op 2 platen die naast het reeds bestaande herdenkingsmonument een plaats krijgen.
Een monument na de Eerste Wereldoorlog
In 1920 worden in het Beerschotstadion verschillende wedstrijden van de VIIde Olympische Spelen gehouden. Het zijn de eerste Spelen na de Eerste Wereldoorlog. Nadien besteedt de Beerschot Athletic Club aandacht aan de leden die tijdens de Groote Oorlog het leven hebben gelaten. Het bestuur richt in 1922 aan het stadion een monument op om deze slachtoffers te gedenken. Het wordt gebeeldhouwd door Albéric Collin. Die jonge Antwerpse beeldhouwer heeft de gouden medaille behaald in de beeldhouwwedstrijd die de organisatoren van de Olympische Spelen hebben ingericht. Op de sokkel is een huldigingstekst aangebracht: “1914-1918. À ses membres morts pour la patrie. Le Beerschot A. Club reconnaissant.” In het Frans, want dat is de huistaal van een groot deel van de bestuursleden. Het monument eert 20 slachtoffers en wordt op zondag 15 oktober 1922 ingehuldigd.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt aan beide zijden van het monument een plaat aangebracht. Daarop staat een alfabetische lijst van de Beerschotleden die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogsomstandigheden om het leven gekomen zijn. Wanneer deze panelen precies worden onthuld, is niet bekend. De namenlijst leest als een Who is who van de betere families in Antwerpen: de Beukelaer, Geelhand, Gerling, Gevers, Kreglinger, Sasse, Speth… Beerschot is in die tijd dan ook de sportclub van de welgestelden. Behalve aan voetbal en atletiek wordt er ook aan tennis, hockey, schaatsen en schermen gedaan, sporten die in Vlaanderen lange tijd elitaire trekjes hebben.
Gevallen voor het vaderland
Verschillende Beerschotleden laten het leven als militair of in het gewapend verzet.
Hockeyer Michel-Rolf Gerling vecht in het Universitair Peloton van de Nationale Koninklijke Beweging (NKB). Hij sneuvelt op 6 september 1944 bij de gevechten om de Kruisschanssluis. Pierre Cols en Henry Deckers maken ook deel uit van dat Universitair Peloton. Dat neemt op 5 oktober 1944 in de voorhoede van het 1ste Canadese leger deel aan de bevrijding van Berendrecht. De eenheid schakelt aan de kerk een Duits kanon uit, maar de twee strijdmakkers worden kort daarop gedood bij de ontploffing van een antitankgranaat. Op 7 oktober 1944 komt Jean Van Ooteghem om het leven bij de bevrijding van Stabroek.
Er strijden ook Beerschotters in de rangen van het Belgische leger.
Twee van hen vallen in de laatste weken van de oorlog. Philippe Speth vecht in de rangen van het 2de bataljon van de 1ste Belgische brigade. Hij sneuvelt op 22 april 1945 in Meeuwen, Nederland. Hockeyspeler Philippe Morren is tijdens de bezetting actief in het verzet, in het Geheim Leger. Na de bevrijding wordt hij vrijwilliger in het Belgische leger. Hij sneuvelt als soldaat bij het 4de Belgische Fuseliers Bataljon op 6 mei 1945 in Hameln, Duitsland.
Gestorven in concentratiekampen
Beerschot betaalt een zware tol aan de concentratiekampen. Dat heeft zeker te maken met de rol die een aantal leden speelt in het verzet.
Jean Hertoghe wordt in februari 1943 gearresteerd en overgebracht naar Breendonk. Daar wordt hij op 15 maart 1943 als gijzelaar gefusilleerd. Maurice Beauvois is tijdens de bezetting voor het Geheim Leger commandant van de agglomeratie en de haven van Antwerpen. Ook zijn vrouw Marguerite Beauvois-Corstiaens en hun zoon Raymond zijn aangesloten bij het Geheim Leger. Ze worden alle drie opgepakt en naar Duitsland gevoerd. Maurice overlijdt in Dora-Mittelbau, Marguerite in Neu-Brandenburg en Raymond in Bergen-Belsen.
Schaatser Roger Bureau is betrokken bij de organisatie van vluchtroutes voor geallieerde piloten. Ook hij komt terecht in Dora-Mittelbau. Bij de ontruiming van dit kamp arriveert hij in Gardelegen, Duitsland. Daar wordt hij samen met meer dan 1.000 andere gevangenen door zijn bewakers vermoord op 13 april 1945. Hockeyspeler Othon Geelhand laat op 20 februari 1945 het leven in Bremen-Schützenhof, een bijkamp van Neuengamme. Albert Philemotte verblijft in Buchenwald en Ellrich, waar hij op 10 januari 1945 sterft. Hubert Dias overleeft Neuengamme en Bergen-Belsen, maar overlijdt op 28 april 1945, 2 weken na zijn bevrijding, aan de gevolgen van de ontberingen.
Omgekomen bij bombardementen
De bombardementen op Antwerpen eisen eveneens slachtoffers bij Beerschot.
Schermer Xavier de Beukelaer uit de likeurstokerijfamilie komt om het leven bij de inslag van een V2 op zijn woning in Wilrijk op 1 december 1944. De raketinslag op de Rex-bioscoop op 16 december 1944 eist het leven van voormalig hockey-international Louis De Deken, van hockeyspeler Vincent Guiette, van de Rode Kruisverpleegster Anne Marie Raeymaekers, eveneens bij het hockey betrokken, en van het echtpaar Jean en Jeanne Verhoustraeten-Chaumont.
Op 22 december 1944, om kwart na middernacht, maakt een V1 een einde aan het leven van de broers Gerald en Paul Kreglinger, beiden hockeyspelers en tennissers. Wisselagent Max Gevers, auteur van het oorlogsdagboek Journal d’un bourgeois d’Anvers, overlijdt bij de inslag van een V2 op 29 december 1944. Ook Désiré Wezemael sterft wellicht aan de gevolgen van de inslag van een V-wapen.
... en anderen
Nog andere Beerschotters sterven door oorlogsomstandigheden.
Hockey-international Jean de Bom vecht tijdens de Achttiendaagse Veldtocht als artillerieofficier. Hij keert behouden terug, maar overlijdt bij een motorongeval op 13 september 1940. De voormalige schepen Eric Sasse wordt op 8 februari 1943 in zijn huis doodgeschoten door Vlaamse SS’ers, uit wraak voor de dood van hun collega SS-Untersturmführer August Schollen. Andrée Bosserez is tijdens de bezetting actief in het verzet. Zij overlijdt op 13 oktober 1944 aan de gevolgen van een ongeval. Christiane en Ivan Lombaerts worden op 4 september 1944 bij de bevrijding van Antwerpen door Duitse soldaten gedood.
Minstens 2 Beerschotters overlijden in Duitsland. Lucien Rans sterft bij een luchtaanval op Hamburg op 4 mei 1942, waarbij nog zeker 5 andere Belgen het leven laten. Marcel L’Hoir overlijdt in Eberstadt-Darmstadt, Duitsland op 21 maart 1945 in onduidelijke omstandigheden.
We konden niet van alle slachtoffers achterhalen wat ze tijdens de oorlog hebben uitgevoerd en wat de oorzaak van hun overlijden is. Maar het is duidelijk dat Beerschot A.C. terecht een monument heeft opgericht om zijn gevallen clubleden te herdenken.