Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

De laatste V-bom

175 dagen terreur

In 1944, wanneer de krijgskansen zijn gekeerd en de geallieerden steeds meer gebied veroveren, zet Nazi-Duitsland een nieuw wapen in: de V-bommen. Deze vliegende bommen moeten de Antwerpse haven buiten werking stellen zodat deze niet als bevoorradingshaven voor de geallieerden kan dienen. De wapens zijn echter moeilijk te richten en het merendeel van de bommen bedoeld voor de haven, komt terecht op Antwerpen zelf. De slachtoffers en terreur die hierdoor ontstaan, zijn een welkom neveneffect voor de Duitsers. Zo dienen de Vergeltungswaffen ook als wraak voor de geallieerde bombardementen op Duitse steden.

Verwoeste huizen

Verwoest straatbeeld van Antwerpen (© The Phoebus Foundation)

Vanaf 13 oktober 1944 vallen dagelijks V1’s en V2’s op Antwerpen. Ondanks de succesvolle luchtafweeroperatie Antwerp X onder leiding van brigadegeneraal Clare H. Armstrong, is de stad voortdurend het slachtoffer van Duitse vliegende bommen.

Na de desastreuze inslag op Cinema Rex op 16 december 1944, besluit het  comité van burgemeesters van Groot-Antwerpen over te gaan tot strenge maatregelen. Het comité kondigt een verbod op bijeenkomsten met meer dan 50 personen af. Schouwburgen, cinema’s, sportzalen en danscafés sluiten verplicht de deuren. Het dagelijkse leven verplaatst zich steeds meer naar de schuilkelders. Intussen blijven de slachtofferaantallen oplopen. Overal in de stad staan vernielde en beschadigde huizen. Een inwoner van Berchem schrijft in zijn dagboek over het glas dat overal in de straten ligt. Niet toevallig voert men in februari 1945 in de Brusselse theaters een revue op over Antwerpen onder de naam ‘Stad zonder ruiten’. Antwerpen mag dan wel een metropool genoemd worden: iedere ontploffing is er goed hoorbaar. De bominslagen houden maandenlang aan. De druk op de bevolking is groot.

Het einde is in zicht

De laatste weken van maart 1945 begint het aantal vliegende bommen over Antwerpen stilaan te minderen. De geallieerden dringen steeds dieper door in Nazi-Duitsland. Het is nog een slechts een kwestie van tijd voor geallieerde troepen de lanceerplaatsen van de V-bommen in het Westen van Duitsland en in bezet Nederland innemen. Voorzichtig wagen verschillende inwoners zich voor het eerst in lange tijd terug buiten hun schuilkelders.

De laatste bom op het centrum van de stad slaat in op 27 maart. Om half 10 in de ochtend ontploft een V1 in de Montignystraat. Dertien mensen laten het leven, 35 zijn gewond. Van deze inslag zijn enkele foto’s bewaard van Frans Claes. In opdracht van burgemeester Camille Huysmans en de geallieerde militaire overheid documenteert hij de schade van de V-bommen. Zijn verzameling toont ons vandaag de enorme impact van de Duitse Vergeltungswaffen.

Verwoeste huizen met een kraan en enkele toeschouwers

De Montignystraat na de bominslag (© The Phoebus Foundation)

Diezelfde dag krijgen de Duitse eenheden die verantwoordelijk zijn voor de V2-operaties het bevel zich terug te trekken. Vanuit Schöppingen lanceren zij de laatste V2 richting de Antwerpse haven. Deze komt omstreeks 22u48 terecht op Mortsel. Er vallen nog 15 doden en tientallen gewonden.

Voor Groot-Antwerpen eindigt de gruwel een dag later definitief. De laatste V1 valt op 28 maart ‘s nachts in Ekeren, op het poloplein te Hoogboom. Dit plein is bij de start van de bezetting ingenomen door de Duitsers. Zij gebruiken het tijdens de oorlog als vliegveld. Doordat het een vrij open terrein is, maakt de laatste V-bom geen slachtoffers. Er is enkel lichte schade aan 45 huizen. Jos Heyman, een bewoner van een van de beschadigde huizen, haalt opnieuw opgelucht adem. Na eerder de inslag in de Cinema Rex te hebben overleefd, is het de tweede V-bom die in zijn nabijheid ontploft.  

Een onzekere afloop

Op 1 april 1945 kan men niet alleen het Paasfeest vieren, maar ook het einde van de terreur van de V-bommen. De Duitse troepen trekken zich terug uit de lanceergebieden in Nederland. Ze vernietigen de lanceerwagens en ander overgebleven materiaal zodat het niet in handen van de geallieerden valt. Na zo veel leed en angst, keert de rust eindelijk terug naar Antwerpen. De vernielde stad kan aan haar heropbouw beginnen.

Alleen bleek het voor de inwoners van Antwerpen zelf niet zo duidelijk te zijn dat er een einde aan de V-periode was gekomen.

Al vanaf de start van de V-bommenterreur mogen kranten niets over de inslagen publiceren. Dit uit angst dat Duitse spionnen in de stad gegevens over de voltreffers zouden doorseinen. Daarnaast wil de stedelijke overheid een negatieve impact op de moraal van haar inwoners beperken. Ook na het vallen van de laatste bom blijft deze censuur gelden. Bijgevolg vinden de Antwerpenaren in de officiële berichtgeving niets terug over het einde van de vliegende bommen. Vanuit de overheid is er ook een zekere terughoudendheid om officieel het einde af te kondigen. Men wilt geen beloftes maken tot men absoluut zeker is, dit om teleurstelling en onvrede te vermijden.

Voorzichtig hervat de Antwerpenaar het dagelijkse leven. Na maanden te hebben geschuild in kelders, richt iedereen zijn huizen terug in voor een leven boven de grond. Mensen gaan opnieuw naar het werk. Na enkele dagen openen ook de scholen terug. 

 

Antwerpen betaalt zware tol

In de dagen erna stromen geleidelijk berichten binnen over geallieerde troepen die V-wapens en lanceerplaatsen in beslag nemen. Op 10 april publiceert Gazet Van Antwerpen een artikel waarin staat te lezen dat Duitse V-bommenactie op 30 maart definitief eindigde.

Nog eens twee weken later, op 24 april, kopt datzelfde dagblad: ‘Antwerpen betaalde een zware tol’. De krant zet voor de eerste keer de dan bekende cijfers op een rij. De aantallen zijn overweldigend. 459 vliegende bommen zouden tijdens de V-terreur zijn neergekomen op Antwerpen-stad. Samen zouden deze gezorgd hebben voor 1.955 doden en 3.469 gekwetsten. Het zijn eerste en onvolledige cijfers. Hoeveel burger- en militaire slachtoffers de V-bommen maakten op het Groot-Antwerpse grondgebied is nooit exact becijferd. De laatste schattingen spreken over  4.229 dodelijke slachtoffers in het Antwerpse. Ongeveer 50.000 huizen zouden zijn verwoest. Met deze aantallen spant Antwerpen in België de kroon.

Oud krantenartikel

Artikel uit Gazet van Antwerpen van 24 april '45 (© Digitaal Archief Gazet van Antwerpen)

De oorlog is voorbij

De ware feeststemming laat dus even op zich wachten. Pas wanneer ook Winston Churchill op 26 april in het Lagerhuis het einde van de v-bommen afkondigt, lijkt het gevaar definitief geweken. Nog eens tien dagen later, op 7 en 8 mei 1945, verspreidt het nieuws van de Duitse capitulatie zich in Antwerpen. Na maanden van angst trekt de Antwerpenaar de straat op. Het feest is uitbundig en duurt tot in de vroege uurtjes.

Tijdens de zomer van 1945 stelt het stadsbestuur verschillende oorlogstuigen tentoon op de Groenplaats. Hier kunnen de inwoners van de stad onder andere een V1 en V2 bezichtigen. Voor de eerste keer krijgt de Antwerpenaar de kans om zijn vijand recht in de ogen te kijken.

V2 wordt tentoongesteld

V2 wordt tentoongesteld op de Groenplaats (© Stadsarchief Antwerpen) 

In de jaren na de oorlog richt men gedenktekens op die de herinnering aan deze angstige periode levend moeten houden. Zo onthult Camille Huysmans in september 1947 op het Schoonselhof een beeld van Ernest Dennis, zelf hulpverlener tijdens de maanden van de vliegende bommen. Twee brandweermannen stonden model voor het beeldhouwwerk. Het kunstwerk draagt de titel ‘Solidariteit’. Het eert niet alleen alle slachtoffers die vielen bij de bominslagen, maar ook de honderden hulpverleners die tijdens deze periode actief waren.

Een tweede belangrijk gedenkteken bevindt zich naast het stadhuis. Hier staat een kopie van ‘De Buildrager’ van Constantin Meunier, symbool voor de havenarbeiders. Het beeld brengt een eerbetoon aan de arbeiders die tijdens de periode van de vliegende bommen, ondanks het constante gevaar, hun plicht vervulden in de Antwerpse haven. Op 4 september 1950 wordt het ingehuldigd door burgemeester Lode Craeybeckx.

Man houdt toespraak bij standbeeld ‘De Buildrager’

Onthulling van ‘De Buildrager’ in 1950 door burgemeester Craeybeckx. (© Digitaal Archief Gazet van Antwerpen)

Missie geslaagd?

Na afloop kan men zich de vraag stellen of de vliegende bommen slaagden in hun opzet. Hitler wilt met zijn nieuwe wapens de Antwerpse haven in puin leggen. Hierdoor moesten de geallieerden zich bevoorraden via kleine Franse havens, wat hun opmars sterk vertraagd zou hebben. Tegelijk probeert hij met het Ardennenoffensief de Schelde terug in Duitse handen te krijgen. Beide aanvallen moeten dus de oorlogskansen doen keren in het voordeel van Nazi-Duitsland.

Men kan niet ontkennen dat de V-bommen enorme schade hebben aangericht, aan zowel stad als haven op het einde van de oorlog. De haven kan gedurende lange tijd maar op een fractie van zijn totale capaciteiten draaien. En de geallieerden moeten maandenlang grote aantallen manschappen en materiaal inzetten om Antwerpen te verdedigen.

Toch stellen historici dat de V-wapens te laat kwamen om het tij van de oorlog nog te kunnen keren. Ondanks de V-wapens en het Ardennenoffensief slaagt Hitler er niet in de opmars van de geallieerden tegen te houden. Daarnaast heeft de succesvolle luchtafweer van brigadegeneraal Armstrong Antwerpen voor het grootste kwaad kunnen behoeden. Dankzij operatie Antwerp X wordt het merendeel van de aankomende V1’s vernietigd voor ze doel kunnen treffen. De schade aan Antwerpen had nog veel groter kunnen zijn.

Militair houdt bloem vast

Clare H. Armstrong, bevelhebber over operatie Antwerp X. (© Stadsarchief Antwerpen)

Cookies opgeslagen