Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

De geallieerden in Antwerpen

De landing in Normandië
Op 6 juni 1944 verandert de oorlogssituatie in West-Europa volledig door de landing in Normandië. Volgend op D-day wacht de legers eerst een moeizame opmars door bezet Frankrijk. Pas op 2 september bereiken ze de Belgische grens. Engelse, Amerikaanse en Canadese troepen bevrijden België in een verrassend hoog tempo. Na amper tien dagen zijn de Duitsers uit het grootste deel van het land verjaagd. Hoewel de geallieerden België in eerste instantie als een doortochtland beschouwen, blijkt al snel dat ze die mening moeten herzien. Uiteindelijk zal het land als uitvalsbasis dienen voor militaire operaties tegen Nazi-Duitsland. Het gevolg is dat er nog maanden na de bevrijding geallieerde soldaten aanwezig zijn in de regio.

 

Soldaten op straat

Britse soldaten in de weer tijdens de bevrijding van Antwerpen. (© Stadsarchief Antwerpen)

Antwerpen en zijn haven spelen, als logistiek en economisch knooppunt, een sleutelrol. Voor de Antwerpenaar en zijn stad betekent dit de start van een nieuwe fase in de oorlog. Er duiken terug onbekende soldaten op in het straatbeeld. Het leidt tot nieuwe ontmoetingen en kennismaking met bijzondere gewoontes en vreemde gebruiken.

Bevrijdingseuforie
Op 4 september 1944 maken de Antwerpenaren voor de eerste maal kennis met hun bevrijders. Een uitzinnige mensenmassa overspoelt de troepen van het Britse Third Royal Tank Regiment die als eerste de stad binnen rijden. De aanwezigen omhelzen en kussen de Britse soldaten, delen hun schaars voedsel en drank met hen. Alle registers worden opengetrokken om de dankbaarheid voor de bevrijding te tonen.

Al sinds 1940 groeit er in heel België een grote waardering voor Groot-Brittannië, dat moedig weerstand biedt aan Nazi-Duitsland.

Wie hoopt op een Duitse Nederlaag, noemt zich dan ook trots ‘Engelsgezind’. Het feit dat het uitgerekend de Britten zijn die Antwerpen bevrijden, maakt de situatie op 4 september alleen maar beter. Reeds bij de eerste aanblik blijkt duidelijk dat de Britse soldaten aan alle verwachtingen voldoen. Antwerpenaren beschrijven de Tommies als forse, gezonde mannen. Velen zijn ook onder de indruk van het Britse materiaal. De luidruchtige stoeten van tanks en trucks wekken meteen ontzag. Het contrast met de voormalige bezetter en zijn weinig roemrijke aftocht is groot.

Hartelijk onthaal
Ook voor de geallieerde troepen is de bevrijding van Antwerpen een verademing. Het Belgische onthaal is opvallend hartelijker dan de reacties in Frankrijk. De relatief probleemloze doortocht door België zorgt ook voor de nodige pauze na de gevechten in Normandië. De Britse luitenant-generaal Horrocks beschrijft na de oorlog hoe zijn soldaten volop mee delen in de Antwerpse bevrijdingseuforie. Alleen juicht men op sommige plekken iets te vroeg. Tijdens de bevrijding zijn verschillende Britse soldaten al omsingeld door dankbare Antwerpenaren terwijl ze nog gevecht proberen te leveren tegen achtergebleven Duitsers.

Vreemde soldaten
De militaire aanwezigheid blijkt niet meteen te verdwijnen uit Antwerpen. In de weken na de bevrijding vervoegen Amerikanen, Schotten en Canadezen de Britse soldaten. De aanwezige geallieerden veroveren probleemloos een plekje in het hart van vele Antwerpenaren. Antwerpse priester Theo Greeve beschrijft met genegenheid de Britten in zijn dagboek als vriendelijk, deftig en sympathiek. Amerikanen daarentegen zijn luidruchtig, ongeremd en joviaal. Die laatsten zijn fysiek het meest indrukwekkend naar Greeves mening.

Onze helden
De inwoners van de stad grijpen bij iedere gelegenheid de kans om hun waardering voor de soldaten te laten blijken. Hiervoor moeten ze wel de drempel van de taal overwinnen. De Antwerpse kranten staan op het einde van 1944 vol met advertenties voor Engelse les. Winkeliers plaatsen trots in hun vitrines bordjes met ‘English spoken’. Een columnist van de Gazet van Antwerpen beschrijft in maart 1945 hoe er geen kappers meer zijn in Antwerpen, alleen nog maar ‘barbers’. Maar of ze nu het Engels machtig zijn of niet, iedereen staat te popelen om de Britten thuis uit te nodigen. Jan Tiemens uit Berchem schrijft in zijn dagboek steevast over ‘onze Tommies’. Twee Britten komen geregeld op bezoek. Ze vervoegen de familie Tiemens tijdens het kerstmaal en op nieuwjaarsdag 1945. Het gemis is groot wanneer hun regiment moet vertrekken uit de stad, maar de familie houdt contact met hen door middel van brieven. Op de verjaardag van Jan komt een van hen zelfs speciaal op bezoek. Hieruit blijkt dat Antwerpenaren vol liefde soldaten uit een vreemd land opnemen in de eigen familie.

Soldaten in een winkel

Britse soldaten kopen kerstcadeaus op de Meir. (© Stadsarchief Antwerpen)

Daarnaast zetten de buitenlandse soldaten hun beste beentje voor om het vertrouwen van de lokale bevolking te winnen.

Ze wonen herdenkingsplechtigheden en religieuze processies bij. Zo dragen op zondag 8 oktober 1944 Canadese soldaten het Mariabeeld tijdens de processie van de Sint-Paulusparochie. De komst van de geallieerden luidt ook de heropstart van het culturele leven in. Na vier jaar streng bezettingsregime organiseert men terug dansfeesten. Lokale voetbalploegen spelen wedstrijdjes tegen teams van Britse soldaten. De bioscopen trekken volle zalen met nieuwe Amerikaanse en Britse films.

Industrieel potentieel
Tegelijk bieden de geallieerden een oplossing voor een groeiend probleem: de stijgende werkloosheid. Antwerpse burgers mogen in de maanden na de bevrijding allerhande klussen opknappen en krijgen een rol in de oorlogsproductie. Het geallieerde bevel ziet het industriële potentieel van de regio en zorgt ervoor dat verschillende fabrieken kunnen heropstarten. Zo werft de Ford-fabriek nieuwe mensen aan voor het vervaardigen en repareren van Amerikaanse trucks en jeeps. Niet veel later volgt de ingebruikname van de haven. Die zwengelt de werkgelegenheid in geallieerde loondienst nog aan. Begin maart 1945 werken niet minder dan 20.000 arbeiders in de Antwerpse haven in opdracht van de geallieerden.

Nog steeds oorlog
Algemeen heerst er een optimistische stemming in Antwerpen bij de aankomst van de Britten. Maar die slaat tijdens de volgende weken om in ontgoocheling. Vele inwoners zijn er op 4 september van overtuigd dat de bevrijding het einde van de Duitse bezetting zal betekenen, gevolgd door de afloop van de oorlog. Al gauw blijkt dit niet het geval te zijn.
Door de belangrijke militaire positie van België, komt het land als het ware onder een nieuw bezettingsregime. Wederom legt een buitenlandse legermacht heel wat beperkingen op aan de Antwerpse bevolking. Ze regelen het gebruik van voertuigen, voeren een avondklok in en verplichten burgers om hun ramen te verduisteren. Daarnaast eisen de geallieerde legers ook een heel aantal gebouwen op. In eerste instantie gaat het over de gebouwen die eerder in beslag genomen waren door Duitsers. Maar al gauw blijkt dat niet te volstaan. Heel wat fabrieken, magazijnen, scholen en hotels moeten vervolgens dienen voor de militaire campagne. De stad doet aan ieder gezin een oproep om vrije slaapkamers ter beschikking te stellen van Britse officieren.

Voedselschaarste
Het grootst is de teleurstelling over de aanhoudende voedselschaarste. In de maanden na de bevrijding neemt het tekort aan brood, margarine, groenten en vlees zelfs nog toe. Wanneer de winter zich aandient, zijn er in de stad bijna geen kolen te vinden. En ook elektriciteit en gas zijn schaarse goederen. Deze uitzichtloze situatie leidt tot illegale acties. De geallieerden klagen steen en been over diefstal door de lokale bevolking. Zowel de Britse militaire als lokale politie treden hier streng tegen op. De Britse overheid verspreidt affiches in de stad die de Antwerpenaren waarschuwen voor de gevolgen van een misstap. Het gros van de bevolking keurt dit soort wandaden tegenover de geallieerden af. 

Affiche van de Britse militaire overheid

Affiche van de Britse militaire overheid die het stelen van militaire voorraden moet ontmoedigen. (© Stadsarchief Antwerpen)

Onenigheid onder de bevolking
Niettegenstaande het grote enthousiasme over de komst van de geallieerden, ontstaat er ook wrevel onder de bevolking zelf. Al op de dag van de bevrijding zijn daar signalen van te merken. Hoewel iedereen de bevrijders enthousiast begroet, gebeurt dit het meest hartelijk door de Antwerpse dames. Vele vrouwen werpen zich in de armen van buitenlandse soldaten.

De katholiek geïnspireerde Gazet van Antwerpen publiceert op 13 september 1944 een artikel waarin het deze ‘kakizotheid’ veroordeelt. In de tekst spreekt men zich sterk uit tegen ‘de houding van zoovele zoogezegd goed opgevoede meisjes, die staan te drentelen en giechelen, zich op te dringen en verliefd te doen tegenover de nieuwe soldaten.’ Het gevolg van deze verbroederingen laat zich raden. Samen met het aantal seksuele contacten neemt ook het aantal gevallen van geslachtsziekten toe.
Kranten waarschuwen lang niet alleen voor losbandig seksueel gedrag. Terwijl de Antwerpenaren het steeds met minder moeten stellen, voorziet het leger haar Britse soldaten van ruim voldoende voorraad. Mensen vragen dan ook graag bij soldaten om sigaretten en chocolade, die van veel betere kwaliteit zijn dan de Belgische producten. Ook benzine is sterk in trek. Onder gezagsdragers ontstaat de angst dat de geallieerden de lokale bevolking als schooiers zal beschouwen en men roept dit gedrag een halt toe.

 

De uittocht
Ook na het einde van de oorlog blijft de toestroom van soldaten in Antwerpen duren. De uittocht na 8 mei 1945 verloopt over het algemeen vrij chaotisch. Het Amerikaanse leger beslist door middel van een ingewikkeld systeem welke soldaten mogen terugkeren naar hun thuisland, en wie moet dienen in de oorlog in Azië. Tot voor hen de beslissing valt, wachten honderdduizenden soldaten op hun vertrek in enkele havensteden in West-Europa, waaronder Antwerpen. Om deze op te vangen, richt het Amerikaanse leger op Linkeroever een enorm doorgangskamp op, Camp Top Hat. Het kamp kan 16.500 soldaten onderdak geven en entertainen. Pas in het voorjaar van 1946 loopt de geallieerde uittocht op zijn einde.

Kaartenmaker Hugo Van Kuyck

Hugo Van Kuyck was een Antwerpse kaartenmaker voor D-Day. Hij speelde een belangrijke rol voor de landing in Normandië. Lees zijn verhaal door op zijn naam te klikken.

Cookies opgeslagen