Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

Over Joodse onderduikers en de Begijnenstraat: het dagboek van Martha Roscam

Voor een nieuwe expo verzamelde het MAS persoonlijk erfgoed en verhalen over de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen. Meer dan 300 Antwerpenaren deelden objecten, verhalen en documenten over stadsgenoten. Het zijn er te veel om uit te lichten in één tentoonstellingszaal. Daarom brengen we hier een bijzonder verhaal dat pas recent boven water kwam. De Antwerpse Martha Roscam, een alleenstaande moeder van drie liet vier Joodse mensen onderduiken in haar huis, tot ze op 21 mei 1943 ontdekt werden. Alle gebeurtenissen vanaf die noodlottige dag tot haar vrijlating bijna vijf maanden later staan minutieus beschreven in haar dagboek.

Op 21 mei 1943 start het dagboek van Martha Roscam. Het is een stralende dag. Martha is samen met haar moeder en mevrouw Piepsz, één van de onderduikers, druk bezig met een grote kuis van het huis. Martha, haar drie zonen, haar moeder en de vier Joden wonen in de Dolfijnstraat 33, in Zurenborg. Ze is halverwege het schoonmaken van de binnenplaats als er wordt aangebeld. Twee mannen staan voor de deur. Felix Lauterborn, een Vlaamse SS’er en beruchte jodenjager, met zijn kenmerkende sikje, en een grote blonde man. ‘Wonen hier Joden?’ Martha verzekert hen van niet, toch beginnen ze het huis te doorzoeken. Aangekomen op zolder ontdekken ze al snel de onderduikplaats. Martha krijgt enkele raken klappen in haar gezicht. Ze wordt samen met de onderduikers gearresteerd. 
 

familiefoto

Martha Roscam (links met haar kleinzoon Pol Hicguet op de schoot) op een foto uit 1952. (collectie Pol Hicguet)

In de gevangenis in de Begijnenstraat wordt ze ondervraagd door Erich Holm. Hij is het hoofd van de Judenabteilung van de Sipo-SD (Sicherheitspolizie-Sicherheitsdienst). Die dienst spoort actief Joden in de stad op. Martha krijgt geen woord over haar lippen tijdens het verhoor. Na zes weken isolatie krijgt ze pas celgenoten. Tegen de verveling maakt ze haar eigen speelkaarten en schrijft ze elke dag in haar dagboek. Na de oorlog bewaart Martha de kaarten en het dagboek samen met haar gevangenisnummer. Vandaag zijn ze nog altijd in de familie.

‘In mijn kinderziel gebrand’
Na een tijd wordt het vonnis uitgesproken: 6 maanden gevangenis en 10 000 Belgische frank boete. Het einde is nog niet in zicht. Martha mist haar kinderen enorm. Haar jongste zoon Eddy doet op zondag 20 juni 1943 zijn plechtige communie, bijna een maand na de arrestatie. Die dag zijn haar gedachten volledig bij haar zoon. Het is de grote dag waar ze zo lang naar uitkeken. Voor de jonge Eddy is het een traumatische ervaring. Als 70-jarige schrijft hij opmerkingen in het dagboek van zijn moeder. Hij onderlijnt passages waarin Martha haar gemis beschrijft en schrijft erbij: ‘Tot de laatste dag van mijn leven in mijn kinderziel gebrand.’ 
 

Badge met nummer en zelfgemaakte speelkaarten

Het gevangenisnummer en de zelfgemaakte speelkaarten van Martha Roscam zijn nog steeds in het bezit van haar familie, net als haar dagboek.

In de gevangenis is Martha regelmatig ziek. Ze wordt ter observatie overgeplaatst naar het militair hospitaal in Berchem. Op dinsdag 19 oktober staat er in het dagboek: ‘Hurrah je suis libre, libre! Je ne puisse me l’imaginer.’ Martha is eindelijk vrij. Door ziekte wordt ze al een maand eerder in voorlopige vrijheid gesteld. 

Martha moet wel nog de boete betalen van 10 000 Belgische frank, in tien schijven. In de zomer van 1944 wordt ze daaraan herinnerd. Een eerste schijf betaalt ze begin augustus. Een tweede zal er nooit komen, want tegen dan zijn de Duitsers de stad uit gevlucht. Antwerpen is bevrijd.

Pasfoto van man

Suron Frymeta Piepsz leeft ondergedoken met haar man bij Martha Roscam. Beide vrouwen zijn aan het schoonmaken als jodenjager Felix Lauterborn met een kompaan aanbelt. (© Algemeen Rijksarchief, vreemdelingendossier Suron Frymeta Piepsz)

Van Zurenborg naar Auschwitz
Martha vertelt in haar dagboek weinig over de vier Joodse mensen die samen met haar worden opgepakt. Ze vermeldt enkel dat ze een van de eerste dagen in de Begijnenstraat mevrouw Piepsz tegenkomt. Wie waren de Joodse onderduikers in het huis van Martha?

Het zijn het echtpaar Icek Wilczyk en Suron Frymeta Piepsz, Aron Rosenfeld en Josef Piepsz, de broer van mevrouw Piepsz. Hoe Martha ze kende, is niet geweten. Icek is kok en heeft samen met zijn vrouw Suron Frymeta twee zonen, die op dat ogenblik niet bij hen verblijven. Aron is koster en ‘synagogediener’ in Antwerpen. Hij duikt alleen onder, want zijn vrouw is in oktober 1942 aangehouden en naar de Dossinkazerne overgebracht. Net als zijn drie kinderen overleeft ze de deportatie niet. Josef is paasbroodbakker. Zijn vrouw en dochter zijn eerder aangehouden en sterven in een concentratiekamp.

Icek, Suron Frymeta en Aron staan alle drie op de transportlijst van het XXIe transport. Waarschijnlijk zitten ze eerst een aantal weken in de Begijnenstraat vast voor ze worden overgebracht naar de Dossinkazerne. Op 18 juni 1943 worden ze ingeschreven op de transportlijst. Op 31 juli 1943 vertrekt de trein naar Auschwitz met 1562 mensen aan boord. Slechts 44 van hen zullen de oorlog overleven. 
Het parcours van Josef Piepsz is moeilijk te reconstrueren. Wordt hij neergeschoten tijdens de arrestatie door Lauterborn? Dat is wat Martha in een naoorlogse verklaring meedeelt. Toch lijkt dat niet helemaal correct, want al op 5 mei 1943 komt Josef Piepsz aan in de Dossinkazerne. Dat is voordat het onderduikadres wordt ontdekt. Hij rijdt net als de andere onderduikers met het XXIe transport het land uit en keert nooit meer terug.

Het zijn al deze slachtoffers die worden herdacht op 27 januari tijdens International Holocaust Remembrance Day. Dat is de dag waarop het vernietigingskamp Auschwitz wordt bevrijd. De grootschaligheid van de Jodenvervolging wordt dan pas duidelijk. Voor Suron Frymeta, Icek, Aron en Josef komt de bevrijding te laat. Ze overleven net als bijna 6 miljoen andere Joden de oorlog niet.

Met dank aan Pol Hicguet en Rit Van Mol. Zij bewaren het dagboek van Martha Roscam, Pols grootmoeder.
 

Cookies opgeslagen