Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

“De Duitse bezetter liet de voetbalwereld al bij al met rust”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog rolde de bal nog steeds over het voetbalveld, ook in Antwerpen. Het relaas van het voetbal tijdens de oorlogsjaren bevat de grote thema’s uit die periode. Denk maar aan collaboratie, verzet, Jodenvervolging en leven onder de bezetting. Dat vertelt Kurt Deswert, auteur van ‘Schwalbe’, een boek over het Belgische voetbal tijdens de oorlog. 

Ondanks de oorlogsomstandigheden lag het voetbal amper stil tijdens de bezetting. Aanvankelijk provinciaal georganiseerd ging men al gauw over tot nationale voetbalcompetities. In de hoogste afdelingen speelden Antwerpse clubs als Antwerp, Beerschot, Berchem Sport en Tubantia. Dat de Duitse bezetter voetbal toeliet, was geen toeval, vertelt Kurt Deswert. “Het was een doelbewuste tactiek. De politiek van Ruhe und Ordnung hield deals in met de sportbonden. Die mochten de competities verderzetten op voorwaarde dat die geen bron werden van verzet. Brood en spelen, dat was ook wat de motivatie. Er waren dan wel problemen met de rantsoenering, maar de spelen gingen wel door. Er werd heel veel gevoetbald, de populariteit van het voetbal kende een enorme boost tijdens de oorlog.” 

Het opzet van de Duitse bezetter slaagde, want er kwam weinig protest uit de voetbalwereld. “Die werd dan ook al bij al met rust gelaten. Later in de oorlog, in 1943-44, organiseerden de Duitsers wel razzia's rond de voetbalvelden. Dan werd het stadion bijvoorbeeld afgesloten en werden arbeidsweigeraars opgepakt. Vanaf een bepaald moment werden op Duitse vraag ook propagandawedstrijden gespeeld, onder meer in het Beerschotstadion. Daarin nam het zogenaamde Vlaamse elftal het op tegen de ploeg van de Wehrmacht. Voetballers werden met aandrang gestimuleerd om daaraan deel te nemen, wat hen na de oorlog een korte schorsing opleverde.” 

Twee voetbalploegen waarvan er een de nazigroet brengt

Het Vlaamse elftal en de ploeg van de Wehrmacht voor een onderlinge wedstrijd in het Beerschotstadion (foto: Cegesoma)

Antwerp Boys

In het Antwerpse voetbal collaboreerden verschillende spelers en bestuurders van voetbalclubs met de Duitsers. Sommigen waren figuren met aanzien en invloed. De collaboratie gebeurde onder meer in de schoot van de Vlaamsche Voetbalbond (VVB), opgericht in de jaren 30. “Begonnen als een Vlaamsgezinde tegenhanger van de Belgische Voetbalbond sloeg de VVB een nazistische, extreem autoritaire richting in. Toongevende figuren binnen de VVB collaboreerden, waardoor vele leden vertrokken.”

“Vanaf het seizoen 1937-38 speelde een nieuwe club in de VVB, de Antwerp Boys. De ploeg bestond voor een deel uit spelers die zich afscheurden van Antwerp FC. Beide clubs speelden hun thuiswedstrijden in Deurne op hetzelfde moment. Heel wat Antwerp-supporters stapten ook over naar de Antwerp Boys. De voorzitter van de Antwerp Boys was oud-Antwerp-doelman Louis Deceuninck, ook advocaat en journalist van De Schelde en later Volk en Staat. Hij was een heel uitgesproken collaborateur en al voor de oorlog een antisemiet. In Volk en Staat bedreigde hij enkele Antwerps-Joodse scheidsrechters. Als ze niet zouden stoppen met het leiden van wedstrijden, zou er actie worden ondernemen. Deceuninck was een spin in het web die heel veel volk kende in de Antwerpse voetbalmiddens. Hij gebruikte het voetbal voor collaborerende doeleinden.”

Voetbalploeg

De Antwerp Boys, actief in de Vlaamsche Voetbalbond (VVB). (foto: collectie De Deken)

Ook buiten de VVB waren er figuren die collaboreerden, in verschillende gradaties. “Diamanthandelaar Jef Hellings, voorzitter van Berchem Sport, was antisemiet en ging heel opzichtig om met de Duitsers. Hij liet toe dat het stadion van zijn club gebruikt werd voor parades van de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen en voor propagandawedstrijden van de Wehrmacht. En dan waren er de gebroeders Raymond en Pierre Braine. Raymond voetbalde tot 1943 bij Beerschot, Pierre was bij het uitbreken van de oorlog al ex-speler van de club. Zij werden opgepakt tijdens de straatrepressie. Raymond zat meer dan 500 dagen in de gevangenis. Een deel van de beschuldigingen aan zijn adres klopte niet, maar hij leunde wel nauw aan bij de Duitsers. Pierre was betrokken bij matchen van het Vlaamse elftal tegen de Wehrmacht. Zijn winkel werd tijdens de straatrepressie kapotgeslagen.”

Hulp aan Joods buurmeisje

Geen enkele Antwerpse club kan als een haard van verzet worden beschouwd. Veel leden van verzetsorganisaties waren er niet te vinden onder de Antwerpse voetballers. “Wel had je Staf Pelsmaeker, de trainer van Antwerp tijdens de oorlog, hoewel hij een Beerschot-man was. Hij hielp zijn Joodse buurmeisje de oorlog overleven door haar van eten en voedselbonnen te voorzien.”

“Beerschot-voorzitter Emmanuel Van Tichelen, een voormalige spion voor de Engelsen tijdens de Eerste Wereldoorlog, was een overtuigd anti-nazist. Twee dagen voor een propagandawedstrijd van de Duitsers in het Beerschotstadion verspreidde hij briefjes in de buurt. Daarop riep hij de buurtbewoners op om niet naar die wedstrijd te gaan. Daarvoor ontving hij bedreigingen van de bezetter."

Getypt document

Beerschot-voorzitter Van Tichelen wordt ervan beschuldigd de organisatie te bemoeilijken van een voetbalwedstrijd tussen het Vlaamse elftal en een Duitse soldatenploeg. Bij bijkomende moeilijkheden zouden ‘passende maatregelen’ worden genomen. (Foto: Guldenboek Royal Beerschot Athletic Club)

Beerschot-icoon sterft in Auschwitz

De Jodenvervolging maakte ook slachtoffers in de Antwerpse voetbalwereld. Een van hen was Salomon ‘Sam’ Meljado, een oud-voetballer van Beerschot met 262 wedstrijden in het eerste elftal op zijn naam. “Als Nederlander werd hij op een van de eerste transporten naar Noord-Frankrijk gezet”, vertelt Kurt Deswert. “Daar moest hij gaan werken in Les Mazures. Uitgeput werd hij opnieuw op transport gezet via de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Daar stierf hij in de gaskamers begin 1943. De Meljado’s waren goed ingeburgerd in Antwerpen, ook Sams zus Sara en broer Simon speelden voetbal. De familie was ook zeer actief in het verenigingsleven. Vanaf midden jaren 30 escaleerde het antisemitisme, Sam Meljado werd het slachtoffer van de opeenvolgende verordeningen. Uiteindelijk stierf hij dus in de concentratiekampen.” Samen met Sam Meljado moest ook een aantal spelers van Maccabi naar Les Mazures. De club van de Joodse gemeenschap in Antwerpen organiseerde een inzameling om hen van voedselpakketten te voorzien.

Sam Meljados zus Rebbeca huwde met Marc Turfkruyer, een van de weinige internationale scheidsrechters die ons land rijk was. “Om vlot te kunnen reizen als scheidsrechter en filmjournalist had hij een Belgisch paspoort. Dat heeft zijn leven gered. Hij was trouwens een van de Joodse scheidsrechters tegen wie Louis Deceuninck bedreigingen had geuit.” 

Man poseert voor foto

Collaborateur en antisemiet Louis Deceuninck had een groot netwerk in de voetbalwereld. (foto: collectie De Deken)

Kleine wereld

“Die hele voetbalwereld was zo klein. Antwerpen was een metropool, maar tegelijk ook een kleine stad waarin mensen elkaar voortdurend tegenkwamen. Sam Meljado kende Louis Deceuninck. Op de première van een voetbalfilm, nota bene op de dag van de Duitse inval in België, waren zowel Deceuninck als filmjournalist Turfkruyer aanwezig. Je moet je voorstellen dat voetballers van bij de jeugdploegen de kleedkamer deelden, wekelijks meerdere keren samen onder de douche stonden. En toch gingen ze op een bepaald moment, omwille van externe omstandigheden, in andere richtingen. De ene was wit, de andere zwart. En velen waren grijs. Omdat dat zo’n kleine wereld was, begrijp ik waarom er net na de oorlog zo weinig over werd gesproken. Het was een taboe. Al wist iedereen heel goed wie wat had gedaan tijdens de oorlog.” 


Geïntrigeerd door het verhaal van het Antwerpse voetbal tijdens de Tweede Wereldoorlog? Kom naar de lezing van Kurt Deswert op donderdag 23 november om 20 uur. Het adres: MASbox, Hanzestedenplaats 1, Antwerpen.
Koop nu je ticket voor deze lezing.

Cookies opgeslagen