Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

“Bij herdenken is niets zo persoonlijk en krachtig als een naam”

De Tweede Wereldoorlog kostte het leven aan naar schatting 25.000 Antwerpse slachtoffers. Namenproject Antwerpen probeert hun identiteit te achterhalen. Het FelixArchief - Stadsarchief Antwerpen voert dit uitgebreide historisch onderzoek uit. De namen zullen in de toekomst te zien zijn op het nieuwe monument-memoriaal aan het Loodswezen. Stadsarchivaris Marie Juliette Marinus geeft een blik achter de schermen van het namenonderzoek.

Waarom startte het FelixArchief met het onderzoek naar de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog?

"De bevrijding lag in 2019 75 jaar achter ons. Het stadsbestuur vroeg toen aan een commissie van wetenschappers een advies te formuleren: hoe kunnen we omgaan met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog en de herdenking eraan? Die kwam met het voorstel om de namen van de Antwerpse slachtoffers te verzamelen en te tonen op een monument-memoriaal. Het FelixArchief kreeg, als geheugen van de stad, de opdracht om het namenonderzoek uit te voeren."

(lees verder onder afbeelding)

Portret van een vrouw

"Door de namen van al die slachtoffers individueel en gelijkwaardig op het monument-memoriaal te tonen, erkennen we dat zij allen slachtoffers waren", aldus Marie Juliette Marinus.

Vanwaar komt die keuze voor een monument dat de namen van de individuele slachtoffers vermeldt?

"Als het gaat om herdenken, is er niets zo persoonlijk en krachtig als een naam. Die geeft aan dat het om mensen gaat. Door al deze namen samen te brengen wordt in één oogopslag duidelijk hoe zwaar de Tweede Wereldoorlog Antwerpen wel niet trof. Geen enkele andere stad in België kreeg het op menselijk vlak zo zwaar te verduren als Antwerpen. Dat kwam in de eerste plaats door de Jodenvervolging en de V-bommen.”
"Door de namen van al die slachtoffers individueel en gelijkwaardig op het monument-memoriaal te tonen, erkennen we dat zij allen slachtoffers waren. We eren en herdenken ieder slachtoffer."

Volgens welke criteria bepalen jullie welke namen er op het monument-memoriaal komen? 

“Een eerste criterium is het overlijden. Het gaat om mensen die als gevolg van de oorlogsomstandigheden zijn overleden tussen 10 mei 1940 en 31 december 1945. Die einddatum is zeer bewust gekozen. Uiteraard stopt de Tweede Wereldoorlog officieel op 8 mei 1945 met de capitulatie van Duitsland. Maar sommige slachtoffers overleefden de concentratiekampen in eerste instantie wel en overleden pas korte tijd later tijdens of na hun repatriëring als gevolg van de ontberingen. Daarom besloot het stadsbestuur om ook hen op te nemen. Daarnaast zal de stad ook extra aandacht hebben voor de vele anderen die de oorlog wel overleefden, maar voor altijd de gevolgen van de oorlog zijn blijven dragen.”  
"Verder hebben alle slachtoffers een duidelijke band met Antwerpen. Ze zijn hier gestorven, of ze woonden hier tijdens de oorlogsjaren.”

Welke informatie over de slachtoffers zoeken jullie?

"In eerste instantie zoeken we de naam, de geboortedatum -en plaats, en de datum en de plaats van het overlijden. Dat is de basisinformatie en die halen we vaak uit omstandige bronnenreeksen. Maar zoals aan studenten geschiedenis wordt aangeleerd: ‘één bron is geen bron’. Die regel houden wij ook zoveel mogelijk aan bij het namenonderzoek. Per slachtoffer proberen we daarom telkens meerdere bronnen te zoeken zodat we informatie kunnen aftoetsen. Al die bronnenreeksen brengen we samen en documenteren we dan zo goed als mogelijk. Terwijl we deze bronnen in kaart brengen, merken we vaak dat er achter deze basisinformatie heel wat andere gegevens en vaak ook bijzondere verhalen schuil gaan. In de mate van het mogelijke proberen we die ook te verzamelen."

(lees verder onder afbeelding)

Document over Florimond Parijs

"In essentie proberen we zo veel mogelijk bronnen te combineren." © War Heritage Institute (WHI)

Wat doen jullie met al die extra informatie en achterliggende verhalen?

“Dit namenonderzoek is een oefening die nog niemand anders in België op zo’n schaal maakte. Het zou zonde zijn mochten we niet meer informatie verzamelen dan strikt genomen nodig is voor het namenmonument. Door bijvoorbeeld ook systematisch na te gaan waar deze slachtoffers woonden en waar ze kwamen te overlijden, zullen we hopelijk tot nieuwe inzichten komen over de oorlogsgeschiedenis van Antwerpen.”
“Aangaande het onderzoek naar de vele duizenden Joodse slachtoffers bijvoorbeeld zullen we op het einde van dit onderzoeksproject letterlijk in kaart kunnen brengen waar ergens in de stad zij woonden. Daarover is al eerder onderzoek gedaan, maar we zullen dat nog grondiger kunnen documenteren en misschien ook bijstellen."
“Hetzelfde geldt voor de meer dan duizend Antwerpse politieke gevangenen, verzetslui en werkweigeraars. Zij bekochten hun engagement met hun leven. We proberen systematisch na te gaan van welke organisaties zij lid waren, waar zij om het leven kwamen, welk traject zij aflegden enzovoort.” 
“Bedoeling is dus om in de toekomst met die bijkomende gegevens aan de slag te gaan. Nu zullen bezoekers in eerste instantie enkel op naam, voornaam of geboortedatum kunnen zoeken. Maar de basisinformatie vullen we zeker verder aan in de toekomst, met als bedoeling om finaal alle individuele gegevens beschikbaar te stellen voor onderzoekers en geïnteresseerden. In de meest ideale situatie zullen we op onze website ook de slachtoffers kunnen linken aan bronnen die wij in het FelixArchief over hen bewaren."

Welke bronnen gebruiken jullie voor dit onderzoek?

"Dat zijn er heel wat! In essentie proberen we zo veel mogelijk bronnen te combineren. Grosso modo zijn er twee soorten: ambtelijke en slachtofferspecifieke bronnenreeksen. In het FelixArchief bevinden zich vooral de klassieke ambtelijke bronnen zoals archieven van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister. Daarnaast bewaren we ook tal van andere bronnen zoals de uitwijzingsbevelen en de vreemdelingsdossiers. Die laatste maakt men op wanneer een persoon vanuit het buitenland in België komt wonen. Het mooie is dat in die dossiers ook foto’s zitten, dat is vrij uitzonderlijk. Zo krijgen slachtoffers pas echt een gezicht."
“De slachtofferspecifieke bronnen, die we vaak in andere archieven gaan zoeken, vertellen iets meer over de vier slachtoffergroepen (slachtoffers van de Holocaust, burgerslachtoffers van het nazigeweld, burgerslachtoffers van militair geweld en militaire slachtoffers). Deze bronnen vinden we bij gespecialiseerde instellingen zoals Kazerne Dossin (transportlijsten, het Jodenregister van België), het War Heritage Institute (Belgian War Dead Register) en de Dienst Oorlogsslachtoffers en het CegeSoma (het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij). Die twee laatste instellingen maken delen uit van het Rijksarchief en ontsluiten vele interessante bronnenreeksen. Hun medewerkers zijn heel bereidwillig. Ze denken samen met ons na over het onderzoek en geven ons nuttige tips.” 

(lees verder onder afbeelding)

Fiche met persoonsgegevens van Lotti Fixler

"In de meest ideale situatie zullen we op onze website de slachtoffers kunnen linken aan bronnen die wij in het FelixArchief over hen bewaren." © Stadsarchief Antwerpen

Jullie lanceren een oproep naar mensen die weet hebben van een slachtoffer. Hoe belangrijk is die inbreng van nabestaanden en andere burgers?

"Hun inbreng is vooral belangrijk om slachtoffers te ontdekken die nergens anders geregistreerd zijn, zaken te achterhalen die wij nooit kunnen weten of om bijkomende gegevens over een bepaalde persoon aan te leveren, zoals een foto of egodocument. Ook de controle van de schrijfwijze van namen is belangrijk. Wij gaan af op wat er in de bronnen staat, maar daarin kan de naam verkeerd of op diverse manieren geschreven staan. Nabestaanden, kennissen of geïnteresseerden kunnen ons helpen door suggesties te doen.” 
“Deze problematiek is vooral van belang voor de Joodse slachtoffers. In de jaren 20 en 30 vluchtten Joden voor het oprukkende nazisme en antisemitisme vanuit Duitsland en Oost- en Centraal-Europa naar hier. Bij de registratie in Antwerpen hadden de betrokkene en de Antwerpse ambtenaren en politiemensen wel eens moeite om een naam op de juiste manier te noteren. Soms zien we de naam van eenzelfde persoon op vier verschillende manieren geschreven. Daarom doen we een oproep aan nabestaanden en andere professionals om suggesties te doen over de schrijfwijze.

Is het jullie streefdoel om alle namen te achterhalen?

"We zijn optimistisch en mikken zo hoog mogelijk, maar we zijn niet naïef. Ik denk niet dat we ooit kunnen zeggen dat we ‘alle’ namen hebben. Wel gaan we er alles aan doen om daar zo dicht mogelijk bij te komen. Het monument zal er staan in 2024-25. Maar het onderzoek zal nooit ‘klaar’ zijn, om de eenvoudige reden dat er altijd wel nieuwe namen kunnen en zullen opduiken. Het monument-memoriaal zal ook de mogelijkheid bieden om nadien namen toe te voegen. Dat is expliciet opgenomen in de opdracht voor het ontwerpteam.”

Waarom publiceert de stad nu al een deel van de namen?

"Net om mensen de kans te geven nu al verbeteringen of aanvullingen door te geven. Zo geven we hen voldoende tijd. Zelf moeten we ook nog alle verbeteringen en aanvullingen nakijken. Daarom beginnen we daar nu mee.”
"Daarnaast willen we ook bewustwording creëren en het teken geven dat de stad ermee bezig is. We willen het namenproject de nodige ruchtbaarheid geven. En we willen mensen mobiliseren om ons te helpen."

Ontdek Namenproject Antwerpen op www.antwerpenherdenkt.be/namenproject.

Document met als titel "Lijst der Joden woonachtig in Borgerhout"

“De slachtofferspecifieke bronnen, die we vaak in andere archieven gaan zoeken, vertellen iets meer over de vier slachtoffergroepen." © Stadsarchief Antwerpen

Cookies opgeslagen